Artikelen

Training geven – de organisatie

Trainingsopbouw

Als je je trainingen gaat voorbereiden, is het verstandig om uit te gaan van een onderscheid tussen een training, een periodieke planning en een jaarplanning.

De training

Het doel van een training is om de speelsters:

  • fundamentals aan te leren en te conditioneren op alle gebieden
  • als team voor te bereiden op de komende wedstrijd

De 8 trainingseenheden

Om deze twee doelen te kunnen realiseren kun je elke training een aantal vaste trainingsonderwerpen aan de orde laten komen. Het zijn de vaste onderwerpen die in elke training aan de orde kunnen komen en daardoor structuur geven aan de training:

  1. Warming up – met een focus op voetenwerk, balbehandeling, dribbelen, passen en schieten
  2. Individuele aanvallende fundamentals – met een focus op dribbelen, passen en schieten
  3. Teamgerichte aanvallende fundamentals – met een focus op voetenwerk, 2-2, 3-3, 4-4
  4. Transition en conditionering – met focus op de transitie in twee richtingen; inclusief een competitief element
  5. Individuele verdedigende fundamentals – met focus op voetenwerk, 1-1, help-aspecten
  6. Teamgerichte verdedigende fundamentals – met focus op collectieve verdediging
  7. Setplay/conditionering – met focus op setplays en 5-5 situaties
  8. Cooling down – met focus op afronding training

Hoeveel tijd je per onderwerp bezig bent, hangt af van het verloop van de oefeningen. Aan elk onderwerp kun je ongeveer 10 minuten besteden. Daarnaast is het soms belangrijk om extra tijd aan een bepaald onderwerp te besteden.

Dan gaat dit ten koste van de tijd voor een ander onderdeel. Het is wel belangrijk om in elke training alle onderwerpen aan bod te laten komen. De meeste trainers hebben een training van 1,5 uur. Wanneer je per training meer tijd hebt (bijvoorbeeld 2 uur) kun je extra tijd aan elk onderwerp besteden, door bijvoorbeeld een extra oefening op een onderwerp toe te voegen. Bij kortere trainingstijden (b.v. 1 uur) kun je de onderwerpen 2 en 3 en 5 en 6 samen voegen.

Activiteiten als trainer

Een training kent, zoals hier boven beschreven, acht trainingseenheden. Elke trainingseenheid verwacht van jou als trainer bepaalde activiteiten. Immers: het is natuurlijk ondenkbaar dat je als trainer eigenlijk niets doet. Dit betekent de volgende activiteiten van jou als trainer:

  1. Oriënteer – Het is van groot belang dat de speelsters weten waarom en waartoe zij een bepaalde oefening doen. Leg tijdens de oriëntatie het doel (en nut) van de oefening uit.
  2. Demonstreer – Het voordeel van het (laten) demonstreren van een oefening door een (mede) speelster is dat de uitvoering voor de overige speelsters herkenbaar is (deze ligt in de z.g. “zone van de naaste ontwikkeling”).
  3. Observeer – geef speelsters de gelegenheid om zich de vaardigheid ‘eigen’ te maken, check alle speelsters individueel op hun uitvoering van de oefening.
  4. Corrigeer – geef feedback – speelsters die serieus met de sport bezig zijn, vragen zich af waarom iets goed of fout verloopt en willen daarover van de trainer of van de medespeelsters iets horen. Daarom geef je zowel individueel als ook collectief feedback. Natuurlijk is er per speelster onderscheid te maken in de wijze waarop het leren plaatsvindt. Sommige speelsters hebben een oppervlakkige leerstijl (ongericht) en zijn al blij als ze 18 de vaardigheid kunnen uitvoeren. Andere speelsters hebben een meer diepgaande leerstijl (betekenisgericht) en willen alles van je weten.
  5. Pas toe in eindfase – elke oefening (vaardigheid die is aangeleerd) wordt toegepast in een eindfase, d.w.z. een wedstrijdsituatie.

Elementen van de trainingseenheden

Het is daarnaast van belang dat je elke trainingseenheid laat voldoen aan de volgende elementen:

  • Het is praktijkgericht – d.w.z. altijd gericht op het nabootsen van een wedstrijdsituatie
  • Er zit een opbouw in complexiteit en diversiteit
  • Je rol als trainer verandert gedurende de oefening (van modelleren, via scaffolding naar reflectie)
  • Er is een opbouw van gesloten naar open bewegingen
  • Je onderhoud een variatie in discrete – seriële en continue bewegingen

Download hieronder een tweetal voorbeeld trainingen.

Tags: Basketball, Coaching, Ton Kallenberg
USA