Artikelen

Oriëntatie op leerstof, spelers U12

In vijf delen volgt in artikel 4 voor elke leeftijdscategorie – binnen talentontwikkeling in een opbouw vanaf Onder 12 tot en met Onder 20 – een oriëntatie op de leerstof in aanvallend en verdedigend opzicht. Op elk niveau luidt de terugkerende vraag is, zowel voor jongens als voor meiden, voor elke aparte training en elk onderdeel ervan de volgende: welke keuze voor welke oefeninhoud is hier de meest geschikte?

Een eerste methodisch advies voor coaches van de allerkleinsten – jonger dan 12 jaar – zonder helemaal voorbij te gaan aan de peanuts – luidt: stel de kinderen niet bloot aan trainingsinhoud waar ze niet aan toe zijn! K.I.S.S. staat voor keep it simple! Anders gezegd vergeet elke vorm van tactiek, want op deze leeftijd is tactiek zonder voldoende techniek instructie een waist of time! Al in de jaren vijftig van de vorige eeuw sprak één van de eerste voorzitters van FIBA Europe – de fransman Robert Busnel – de wijze woorden: “Tactics are worth for one day, technique for the rest of your life!”

Bij spe(e)l(st)ertjes van Onder 12 kan het niet anders dan te beginnen door in te haken op de aanwezige grootmotorische vaardigheiden (ook wel basis motorische vaardigheden). Speelse vormen zijn hier in hoge mate geschikt: kinderen leren spelenderwijs. Maar ook basketball fundamentals kunnen meer en meer worden aangereikt. Correcties worden wellicht al meer analytisch van aard, maar dan alleen als de groot motorische vaardigheden in voldoende mate aanwezig zijn.

Onderstaande oriëntaties voor verschillende leeftijdscategorieën geven op inhoud aanknopingspunten doelen te stellen. De coach moet daarbij wel (kunnen) vaststellen waar zijn spelers op dat moment precies staan ten opzichte van die gestelde doelen. Het is aan de coach zijn trainingen daarop in te richten, dat wil zeggen in relatie tot het door hem geconstateerde niveau van de spelers qua inhoud. Evident is dat elke coach met Onder 12 spelers vanuit globale basis spelsituaties (1-1, 2-2, 3-3, 4-4 en 5-5) kan werken.

Daarnaast kan hij voor een meer analytische aanpak kiezen, om uiteindelijk steeds weer bij de globale situatie(s) terug te keren. De basis spelsituaties geven de coach voldoende ruimte het spel en de spelbedoelingen uit te leggen en (daar waar nodig) te dirigeren, de regels aan te geven, de (mogelijke) overtredingen bij de spelers onder de aandacht te brengen en dit alles zonder direct al te veel op het verloop van het spel in te grijpen. Hierbij wordt het globale spelidee – binnen de nog speelse beleving van de kids – geen onnodig geweld aangedaan.

Oriëntatie op aanvallende activiteiten:

  • Basis(uitgangs) houding en lichaamsbalans
  • Bal behandeling (basis oefeningen)
  • Triple threat/ facing the basket
  • Passen (vanuit stand en vanuit beweging, met één of twéé handen, met kleinere of standaard maat bal)
  • Vangen van de bal (en stoppen of doorgaan) in de sprong (parallel stance met één contact of stride stance in twee ritme) en dit vanuit verschillende posities en richtingen en ook vanuit verschillende ritmen en snelheden
  • Pivoteren in de combinatie met een dribbel (éérste stap: open step of crossover step)
  • Dribbelen: start met gebruik van basis techniek (fingertips, side-to-side, push-and-pull, hand-to-hand), en dit voorafgaand aan verandering van richting, vervolgens verbindingen van verschillende dribbel technieken en veranderingen van richting onder druk (in spelvormsituaties)
  • Schieten: lay up shot, twéé tellen ritme van linker en rechter kant, één handig setshot van uit statische opzet, maar ook na catch (in stap-stap  ritme), na één dribbel, shotfake en (of) dribbelfake
  • Schieten onder verzwaarde omstandigheden (ruimte, tijd en verdediging)
  • Rudimentaire opbouw combinatie- en positiespel in aanvallend overtal herkennen van bedreigingen, maar ook (alternatieve) mogelijkheden (en hun prioriteit)
  • Individuele voortactiek in de oefen- of spelvorm met en zonder bal (1:1, 1:1+T, 2:2, 2:2+T, 3:0)
  • Begin en eindfase (aspecten) fast break: 2:1; 3:2
  • Collectieve voortactiek in oefen- of spelvorm met en zonder bal (2-2, 3-3, 4-4)
  • Gebruik (invulling) van ruimte in georganiseerde aanvallende activiteiten
  • Vrijlopen zonder bal: “In-out” beweging, “V” cut naar the bal en weg van de bal.
  • Fast break: verschillende varianten met 2, 3 en 4 spelers, toepassing in spelvorm situaties.

Oriëntatie op verdedigende activiteiten:

  • Verdedigende basis stance
  • Beweging in de verdedigende stance (het inslijpen van parallelle en diagonale beweging in spelvorm of conditionele situaties)
  • Verandering van type van beweging in de verdedigende stance in loop/sprint en andersom
  • (spelvorm situaties)
  • Inemen van de verdedigende stance aan de balkant of de helpkant van het veld,
  • Verbetering van de positie t.o.v. de bal, basket, eigen man en andere spelers (tijdens en na de dribbling)
  • 45 graden principe (leren houden in één-tegen-één verdediging op de bal)
  • Creëren van rudimentaire ball-side en de help-side in de verschillende situaties (1:1+2T, 2:2+2T, 4:4), bij beweging/verplaatsing en leren corrigeren van de verdedigende positie

Aanvallende techniek: Algemeen

  • Lichaamsbalans; positie van voeten ten opzichte van lichaamszwaartepunt en hoofd
  • Triple threat
  • Balbehandeling.
  • Eén tel stop en tweetel stop
  • Vasthouden en vangen van de bal

Aanvallende techniek: Passen

  • Pass herkenning
  • Chest pass met twee handen
  • Overhead pass met twee handen
  • Passen direct of uit de dribbel (in correlatie met voetenwerk)
  • Schouderpass of pushpass met 1 hand vanaf schouderhoogte of uit de dribbel (rechts en links)

Aanvallende techniek: Dribbelen (rechts en linkshandig)

  • Dribbelherkenning (betekenis van dribbel): speler wordt bewust van dribbel als middel van aanval en verdediging, als middel om zijn directe tegenstander te verslaan, als middel om  naar de sweet spot te penetreren
  • Crossover dribbel op de plaats;
  • Cross between the legs dribbel op de plaats;
  • Verandering van ritme/snelheid/ stop and go dribbel;
  • Verandering van richting in beweging in front en between the legs.
  • Pivoteren- op de plaats (front and reverse):
  • Pivoteren na stop uit dribbel;
  • Pivoteren na stop in doorgaande beweging
  • Twee telstop na dribbel (rechts en links: binnenvoet- buitenvoet);
  • twee telstop na pass ontvangst van de bal in beweging.

Aanvallende techniek: Schieten

  • Statisch van dichtbij doelen met één hand;
  • (rudimentair) set schot korte afstand na één telstop en twee telstop, ook vanuit de dribbel
  • Schot fake en schot
  • Schot fake en drive
  • Aanleren lay-up/ lay-in; variaties verschillende angles, reverse shots, sink, bank, vanaf verschillende voet en onder verschillende hoeken;
  • Schotherkenning

Aanvallende techniek: Bewegen zonder bal/ vrijlopen

  • Richtingsveranderingen;
  • Tempowisselingen;
  • Hoe kom je vrij?

Verdedigende techniek:

  • Verdedigend sluiten (van positie)
  • Verdedigende stances en voetenwerk parallel;diagonaal;
  • Footwork – sliding naar defensieve stance (in alle richtingen); dropstep retreat step
  • Posities handen – bewegen in alle richtingen;
  • Sprinten plus hustle (hosselen) in verschillende richtingen met draai en sprong;
  • Springen en landen vanaf beide benen op balontvangst uit de rebound;
  • Jagen op man/ positie en terugkeren in juiste defensieve stance.

(Pré)tactisch:

  • Eén-tegen-één, maar met nog beperkte technische elementen, één-tegen-één is “een spel in een spel” en als basis geschikt om te dienen voor een verdere methodische uitbouw. Op basis van zijn observaties begint de coach met de eerste stappen van een technisch aanvallende evolutie en een opbouw van een meer verdedigend gestuurde discipline
  • Twee-tegen-twee: inhoud? Dribbels levend houden; aanspeelbaar zijn, laat hand zien (geef target) aan de passer en leer vragen om de bal; ontwikkeling van begrip van juiste aanvallende spacing (afstand); bewegen dat wil zeggen vrijlopen; aanleren van de goede spelgewoonte om altijd de bal te zien in aanval en verdediging; de speler met bal leert direct naar de basket te kijken na ontvangst/ triple threat; verdedigend sluiten – verdediger laat zich niet makkelijk verslaan vanuit de dribbel of met het schot. Herkenning van vrije ruimtes, traps en één-tegen-één binnen twee-tegen-twee; gebruik van fakes om meer dan één optie te (leren) benutten
  • Drie-tegen-drie, vier-tegen-vier, vijf-tegen-vijf. De opeenvolging kan door man meer in de aanval worden volbracht naar een volgende fase.  Centraal is hier (onderling) ruimtebegrip, het creëren en benutten van vrij liggende/ open ruimtes

Fast break

  • Basis lane organisatie van primary break

Fysieke voorbereiding:

Verdere ontwikkeling van motorische skills:

  • Snelheid;
  • Coördinatie;
  • Flexibiliteit;
  • Balans/ evenwicht

Auteur:

Bewerkt door:

Dutch Basketball Coaches Association
Wattbaan 31-49, 3439 ML NIEUWEGEIN
The Netherlands
www.dutchbasketballcoachesassociation.nl
KVK 66336503

USA